dinsdag 30 augustus 2011

Chromosome conference

Een congres meevolgen over fundamenteel onderzoek i.v.m. chromosomen is zwaar, ronduit zwaar. De lezingen zijn van een heel hoog niveau, interessant -sommige toch- maar soms gaat het toch ook mijn petje te boven. De collega-onderzoekers hier leven voor hun research, kunnen alleen maar spreken over genomen, chromosomen of over hun indrukwekkende carrière.

Het is dus niet gemakkelijk om contacten te leggen met deze fundamentici als je gewoon maar op siergewassen werkt, eerder toegepast onderzoek doet en bovendien net een maand verlof achter de rug hebt waarin je amper je mails gelezen -laat staan beantwoord- hebt. Gelukkig kende ik al een Hollander-collega-onderzoeker die al lang in het wereldje vertoeft. En voor één keer was ik blij een Hollander te kennen, want dit was zeer handig om aan mensen voorgesteld te worden en om 's avonds niet alleen te moeten gaan eten. 

Maar na al dat geluister, gepraat over het werk en het ondernemen van pogingen om contacten te leggen met andere onderzoeksgroepen, was een eenzame avondwandeling door Manchester zeer welkom. In de Lonely Planet staat 'Manchester is one of the few spots on the islands that can look London squarely in the eye and say "This is how it's done mate." Sure, it's a little bit of northern bluster, but it's not that far off the mark.' 
Akkoord, Manchester is een zeer moderne metropolis met een aantal impressionante gebouwen en aangename winkelstraten. Maar wat mij betreft is London nog altijd veel leuker...

maandag 29 augustus 2011

Alleen in Manchester

Als je een man hebt, ben je nooit meer alleen. Dat is wat ik vroeger dacht, toen ik nog geen lief had en af en toe een avond alleen voor de TV zat met het enige gezelschap van een stuk chocolade. Ondertussen weet ik uiteraard dat dit een zeer naïeve gedachte was. Niet dat ik enkel om het alleen zijn te verhelpen een man in huis gehaald heb natuurlijk. Laat dat duidelijk zijn.. 

En ik kan er nog steeds niet goed mee overweg, met het alleen zijn zo nu en dan. Ook op dit moment, alleen op mijn hotelkamer in Manchester, in afwachting van het 4-dagen-durende-congres dat morgen begint, kan ik enkel zaken bedenken die ik thuis liever had willen doen. De koppels die beweren dat ze graag nog eens op hun eentje zijn en -meer nog- alleen in bed willen liggen, ik begrijp ze niet. Teveel plaats in bed, teveel koude plekken. Ik hoef niet dwars te liggen in bed, met mijn benen en armen elk in een andere hoek. Alleen slapen is niet aangenaam. Punt.

Om alles wat te 'compenseren' heb ik daarnet de lastige klant uitgehangen in het hotel. Manlief belde me op mijn kamer-telefoon. Deze bleek niet te werken. Dan maar een duur Gsm-gesprek, goed voor 1 keer. Nadien ging ik naar de receptie met de vraag mijn telefoon te herstellen. Te moeilijk. Van kamer wisselen bleek gemakkelijker. Op 't eerste zicht was de nieuwe kamer een upgrade. Totdat ik de ramen wou dichtdoen voor de kou en het lawaai en bleek dat de ramen al dicht waren. Ik kon dus kiezen: op deze lawaaierige kamer -met telefoon- blijven of gewoon teruggaan naar mijn oude kamer zonder telefoon. Ik ging voor de kamer zonder telefoon en zou dit morgenvroeg wel aan de receptie laten weten. Totdat er plots één of andere Aziaat in mijn kamer -zonder telefoon- stond. Ik samen met die Aziaat naar de receptie. Of ik terug in de kamer zonder telefoon mocht i.p.v. op de lawaaierige kamer? En of die Aziaat een andere kamer kon krijgen? De-met-de-ogen-rollende receptionist was gelukkig een man en ik had een decolleté.

Maar goed. Ik ben hier nu geraakt. De vlucht viel mee, de rit in de Engelse taxi was een belevenis en mits enige omwegen heb ik nu ook een deftige kamer, weliswaar zonder telefoon. Ik zal er nu maar het beste van maken. En bovendien, een mens in zelfontplooiing moet ook eens alleen kunnen zijn, niet? Op die momenten leer je jezelf kennen en kom je tot rust -een beetje me-time- zonder invloeden van buitenaf. Zo staat het toch in de boekskes. Benieuwd wat ik de volgende 4 dagen over mezelf zal leren?

vrijdag 26 augustus 2011

Goeie punten

Na bijna een maand ouderschapsverlof is het tijd voor een evaluatie. En ik denk dat ik mezelf goeie punten ga geven:
  • Ik ben full time mama geweest -daar draait ouderschapsverlof uiteindelijk om- en heb er nog van genoten ook. Resultaat: zoonlief is een echt mama's kindje -nog meer dan daarvoor- geworden.
  • Ik heb 4 boeken uitgelezen.
  • Ik heb afgesproken met vriendinnen/familie en samen met de kroost naar zee, Boudewijn park en speeltuinen geweest.
  • Ik heb me af en toe eens iets gepermitteerd van kleren of interieurspullen, ondanks de schamele premie die je krijgt voor ouderschapsverlof. 
  • Ik ben 2 weken op reis geweest met man en kind.

Maar ik ga mezelf toch ook een puntje moeten aftrekken van mijn positieve ouderschapsverlof-evaluatie. Want ik ben voor een stuk in de val van ouderschapsverlof gelopen. Inderdaad, ik heb af en toe ook gekuist. Ik heb een aantal kasten uitgekuist, niet zoveel als dat ik op voorhand had gepland, maar toch. Erger nog, ik heb zelfs hier en daar ook nog iets gedaan voor het werk, o.a. een vlinderstruik gedoopt.

Maar goed, dat zijn details. Deze maand thuis is spijtig genoeg voorbij gevlogen, dus ik zal maar niet te streng zijn voor zichzelf!

dinsdag 23 augustus 2011

Rampzalige rit terug naar huis

Onze laatste 2 dagen in Bohinj-Slovenië waren zeer aangenaam. Veel gezwommen, genoten van het zalige weer, geluierd...



Het vertrek en de terugkeer van een vakantie bestaat meestal uit een strak en duidelijk plan. Er moet 1000 km (in ons geval 1246 km) gereden worden. We delen dat getal door 100, et voila een rit van 12 uur voor de boeg. De GPS spreekt ons in eerste instantie zelfs niet eens tegen. We waren goed vertrokken. Om 7u ontbijt in het hotel, snel wat broodjes pikken van het ontbijtbuffet voor de pick-nick straks, en om 7.30u de baan op. De Bohinj vallei zag er nooit zo rustig uit. De ergste flessenhalzen -de Katschbergtunnel en de Tauerntunnel- reden we bijzonder vlot door. We lopen zelfs flink in op de GPS. 

En net als je denkt dat het wreedste voorbij is, dan begint het. Heel stilletjes. Het wordt drukker. Je zoekt wanhopig naar verklaringen: veel dagjesmensen waarschijnlijk, de zon schijnt. Het wordt nog drukker en dan staan we stil. Koekenbak. Salzburg blijkt overbelast en het begint ons te dagen dat het prijs zal zijn tot voorbij Stuttgart. We maken ons op voor wat nerveus gefoefel op de GPS, die met zijn tijdsaanduiding al lang het noorden kwijt is. We balanceren op een slappe koord: zullen we nog op tijd thuis zijn om het gras af te rijden? In ons binnenste weten we dat het al lang om zeep is, maar we overleven onze miserie op hoop. Halverwege de ring van München bedraagt het verlies op de GPS 25 minuten, inclusief een pauze van 15 minuten, waar spreken we eigenlijk nog over. Maar toch... Het ergste van al blijkt nog de wispelturigheid van de GPS en de veelheid aan keuzes en scenario's. Rijden we door het centrum of nemen we de ring? Het moge duidelijk zijn, gelijk wat je kiest, je verliest. Onze zoon begint zich stilletjesaan lethargisch en verveeld te voelen, mijn voeten liggen al lang op het dashboard en ik begin tot vervelens toe de rijstijl van manlief te becommentariëren. Boren-in-den-Duits of eerder file-rijden-in-den-duits....

Maar het ergste moest nog komen. Wanneer we stoppen voor de lunch -5 uur gereden nog 850 km te gaan- tracteert onze zoon ons op een eerste kotssessie. Wagenziek? Eén of ander virus? Hij blijkt niet al te ziek, wil daarna gewoon een pistolet eten, zal wel meevallen denken we... 
Niets van. Gedurende het vervolg van de rit moeten we 7 kotssessies opvangen in de bidet, moeten we bijna door heel Duitsland file rijden, moeten we om 19u -het tijdstip dat we zouden kunnen thuis zijn als we vlot konden doorrijden- nog steeds 400 km afwerken. Uiteindelijk zijn we om 22u thuis, na een rit van meer dan 14u. Reizen, je moet er wat voor over hebben!

Maar intussen zijn we het leed vergeten, genieten we enkel nog na van een zalige reis wanneer we de foto's op de computer zetten...

donderdag 18 augustus 2011

De meren van Plitvice

De voorbije 3 nachten sliepen we in de buurt van de meren van Plitvice. Kamping Borje is er één in echte Yugo-stijl, inclusief norse matrones in het winkeltje en het self-service buffet. Het lijkt hier alsof de jaren '80 nog steeds aan de gang zijn. Maar het is wel de beste camping die we op deze reis hadden op gebied van ruimte en vergezichten.

De meren van Plitvice zijn een echte topattractie. Het is geduw en getrek om je plaats te vrijwaren op de boten, busjes en afgemaakte paden. Maar eens je je daarover hebt gezet, is het echt de moeite!


De 2e dag daar besteedden we om op een rustigere manier de regio te verkennen. We gingen zwemmen in de Korana river en nadien wandelen. De streek doet scandinavisch aan met uitgestrekte wouden en grasvlakten.


Vandaag bezochten we Zagreb. Ja, maar... Ja, omdat de bovenstad best wel aangenaam is. Maar, omdat het een slordige stad is zonder veel bezienswaardigheden. Niet echt een aanrader voor een city-trip, wel blij dat we het eens gezien hebben. Zagreb was dan ook meteen het laatste dat we bezochten in Kroatië.

Deze nacht en de 2 volgende nachten slapen we terug in Slovenië. Het Bohinj eco-hotel -Thomas Cook uiteraard- is een spiksplinternieuw hotel met aquapark, dat ervan verdacht kan worden een opfrissing te zijn van een oud communistisch staatshotel. Zeer OK! En ook onze zoon leefde weer volledig op, na een lange autorit, wanneer hij in het zwembad sprong!

zondag 14 augustus 2011

Opeengepakte lijven in Cres

Vrijdag verlieten we de Sloveense bergen. Amper 2 uur verder kwamen we terrecht in een heel ander klimaat en sfeer, dat van de Adriatische kust. Piran gaf ons een Sloveens voorsmaakje op Kroatië, namelijk een zeer mooi havenstadje en tevens badstadje zonder strand. 


Overnachten deden we in het Kroatische Motovun. Zowel het stadje als het hotel waren een aangename verrassing.

Zaterdag namen we de ferry naar het eiland Cres. Tot hier ging alles goed. De Adriatische idylle ging pas aan het barsten wanneer we toekwamen in Valun. Na een uur rijden op slecht aangelegde bochtenbanen, bleek er geen plaats op de camping. Ik deed mijn traditionele reis-mid-term-crise. Uiteindelijk bleek er enkel nog plaats op de mega-camping -jawel 3100 plaatsen- in Cres zelf. We mochten zelf een plaats uitkiezen op de enige weide -de overschot- zonder genummerde plaatsen. En zo konden we uiteindelijk onze tent opzetten op een plekje tussen de olijfbomen en vijgelaars. Eigenlijk een mooi plekje met veel privacy, zolang je maar niet naar de verkeerde kant kijkt. Als je de foto's uit de goede hoek trok, leek het zelfs alsof we alleen waren op de camping...


In Cres beachen gaat als volgt: geen cm² van het strand is onbedekt. Overal liggen handdoeken met daarop hompen vlees: dikke Duitsers met mini-zwembroeken, macho-Italianen, Sloveense oude madammen lurkend aan de zoveelste sigaret en uiteraard hollanders. Dik -vaak- of dun, allemaal doen ze hetzelfde: braden. Twintig minuten de voorkant, 20 minuten de achterkant, gaan afkoelen in het water, om dan opnieuw te beginnen. Wij gingen vandaag om 9u -als het nog niet zo druk was- naar het strand. Genoten ervan, maar hielden het na 2 uur voor bekeken. We gingen nadien te voet naar Cres-centrum en daarna met de auto op verkenning door de rest van het eiland. We konden vaststellen dat de beachende vleesmassa's zich concentreerden in een 4-tal stadjes, maar dat de rest van het eiland ronduit prachtig, ruw en onherbergzaam is.

donderdag 11 augustus 2011

Kamp Lazar

De grotten van Postojna zijn een echte toeristenval, maar wel zeer mooi. Een treintje brengt in een rotvaart 1000-en toeristen diep in de grot. Onderweg worden foto's getrokken zoals vroeger in de boomstammetjes in de meli. Binnen in de grot volg je een gids voor een grottenwandeling van ongeveer 1 km. Het is zo commercieel dat het leuk en aandoenlijk is. Om hun foto's verkocht te krijgen -aan 6 euro nota bene- staan er gedurende de wandeling hier en daar no-pictures-bitches die agressief naar je flashen met een zaklamp als je het toch waagt om zelf foto's te trekken. Niet echt effectief...


Eens we buitenkwamen uit de grotten werd het eindelijk mooi weer. Na een valse pick-nick-pitstop -we moesten er vluchten voor de agressieve wespen- stopten we op een 2e zeer idyllische pick-nick plaats. Deze leverde ons mooie Heidi-in-de-bergen-taferelen op.


's Avonds konden we eindelijk gaan kamperen! Dinsdag, al 4 dagen op reis en nu pas kunnen we de tent eens uit de auto halen. En dit op Kamp Lazar in Kobarid. Een gezellige camping, mooi gelegen in de Sloveense voor-alpen. Ideaal ook gelegen voor uitstappen, zoals Kobarid-city en zwemmen in de Nadiza-rivier op woensdag en de boka-waterval, Bovec en met de kabellift Kanin naar boven vandaag.




Een goeie camping kiezen is een delicate zaak. Verschillende factoren kunnen het verknallen:
- % caravans mag max. 10% zijn
- aantal plaatsen mag niet teveel zijn (Kamp Lazar heeft 70 plaatsen)
- er mag geen discobar of iets dergelijks aanwezig zijn
- % Hollanders moet laag zijn (dit % valt meestal samen met het % caravans)
- Bereikbaarheid mag niet te goed zijn. Dit om fout volk af te schrikken. En met fout volk bedoel ik onder andere mensen die 's morgens in hun pyjama -zonder BH- met een rol wc papier voorbij je tent passeren en mensen die in hun tent of caravan geïnstalleerd zijn met een Senseo, diepvriezer en elke ochtend hun tent stofzuigen.

Kamp Lazar scoort op al deze voorwaarden goed. Ook onze zoon geniet ervan. Heel de dag buiten, spelen à volonté, continue aandacht, den-afwas-gaan-doen, zelf ons eten maken op kleine gasvuurtjes, slapen in de tent, ... Hij vindt het allemaal super!

maandag 8 augustus 2011

Op Reis - dag 3

Zaterdag naar de BUGA -ofte Bundesgarten schau- in Koblenz. We wisten niet wat we ervan moesten verwachten. Een tirolerkermis met biertenten, worstenkramen en af en toe eens een plant-met-wat-uitleg? Neen, het bleek een interessante plantententoonstelling inclusief prachtig aangelegde borders en voorbeeldtuinen. Dat er wel zeer veel volk was, merkten we op in de overdekte blumenhallen; blijkbaar hadden nog mensen het idee om daar te schuilen voor de zoveelste regenbui. 


Na ons bezoek aan de BUGA reden we door naar de moezel, om daar voor één avond getuige te zijn van witte-sokken-in-sandalen-toerisme, dat we de dag nadien al snel ontvluchtten.

Zondag was een dagje boren-in-den-duits. Koblenz-Ljubljana: 850 km. Tussen München en Salzburg was het werkelijk duw- en trekwerk in de gietende regen. Resultaat: een kotssessie van onze zoon. Gelukkig zag ik deze aankomen en ving ik alles vakkundig op in de bidet. Omdat het ook in Slovenië maar snertweer is -warm maar te vaak een regenbui- boekten we een hotel. Onze tent blijft voorlopig nog in de auto, zo fanatiek zijn we niet. 

Skofja Loca -een slavische idylle in het groen- en Ljubljana -één van de kleinste hoofdsteden van Europa- stonden vandaag op het programma. Twintig jaar na de val van Joegoslavië zijn de sporen van het communisme hier nog steeds niet uitgeveegd. In de buitenwijken van Ljubljana waan je je als het ware in Moskou. Maar het leuke en compacte centrum maken dit tot een zeer aangename ontdekking.

vrijdag 5 augustus 2011

Doctoraat met commerciële output

Gisteren is Buddleja 'Argus' -vlinderstruik- gedoopt. Ja, ook planten worden gedoopt! Buddleja 'Argus' kreeg Louis Tobback -de doop ging door in het KBC gebouw in Leuven, vandaar- als peter. Ik ben benieuwd of er veel te verdienen zal vallen met nieuwjaar?...


Als je goed kijkt tussen Louis Tobback zijn benen -ongeveer aan zijn knieën- kan je mijn voeten in witte sandalen zien. Op de foto zie je enkel de witte variant van de net gedoopte vlinderstruik, er bestaat ook nog een paarse variant.

Het speciale aan deze vlinderstruiken is dat ik -jawel, ik- ze gemaakt heb. In 2003 maakte ik kruisingen tussen 2 soorten vlinderstruik. De vruchten die op de planten kwamen na de bestuivingen rijpten niet voldoende af, dus heb ik ze geoogst in onrijpe toestand en op een kunstmatige voedingsbodem opgekweekt. Plantjes in de couveuse dus... In 2005 kwamen deze planten op het proefveld te staan, hebben we ze 5 jaar lang geëvalueerd en nu eindelijk komen ze op de markt. 


De planten hebben geen naam gekregen die naar mij verwijzen. Maar dat vind ik niet erg, want dat ging de commercialisatie toch niet ten goede komen. Argus is een soort vlinder, geef toe, een meer toepasselijke naam voor een vlinderstruik. Argus is ook het milieupunt van KBC en Cera, en als die mee zorgen voor promotie, kan ik de naam alleen toejuichen.

De ontwikkeling van de vlinderstruiken was -naast de meer fundamentele wetenschappelijke experimenten- een onderdeel van mijn doctoraat. Dus zo zie je maar dat een doctoraat toch ook andere output kan hebben dan enkel saaie wetenschappelijke publicaties. Wie geïnteresseerd is, moet vandaag maar eens De Gentenaar/Het nieuwsblad  (regio Melle) kopen om daar het hele verhaal te lezen, foto van mezelf inclusief!