Zoonliefs juf vertelt een verhaal over kippen. De kippen protesteren met spandoeken tegen het plaatsgebrek in hun hokken. Ze zitten met teveel in een hok en hebben geen plaats genoeg om te spelen. Zeer actueel verhaaltje dus. De opdracht nadien luidt: maak een tekening die bij het verhaaltje past.
Maar nu komt het. De juf komt van Antwerpen. 'Ik' klinkt dus als 'iek' en 'kip' klinkt als 'kiep'. Zoonlief merkt dit op en steekt zijn vinger op: Juf, jij moet wel eens goed oefenen op de 'i', want jij zegt 'kiep' en 'iek' en eigenlijk moet je 'kip' en 'ik' zeggen. Ik heb je verhaaltje wel begrepen, maar ik denk dat sommige andere kindjes je niet zullen begrepen hebben en dus geen juiste tekening kunnen maken.
Er schuilt een betwetertje in onze zoon. Van wie zou hij dat hebben?